De grootvader van Aad Prins, oorspronkelijk uit ’s-Gravenzande, legt de basis voor het bedrijf. In dat jaar teelt hij tulpen in het Friese Sint Annaparochie. Op de terugreis naar Den Haag moet hij wachten op het treinstation in Anna Paulowna. In het café ertegenover wordt net een bloembollenbedrijf in Breezand openbaar verkocht. Opa biedt 63.000 gulden en is ter plekke eigenaar van 5 ha land en een huis met schuur. Hij koopt het niet voor zichzelf, maar voor zoon Huib die dan 18 jaar is. Huib verhuist naar Noord-Holland en begint als teler van bloembollen, groente en aardappels.
Na de oorlog gaat hij verder in de bollen: tulpen, hyacinten, narcissen en bij-goed.
Het Westlandse bloed kruipt waar het niet gaan kan. Er komt er een kleine kas op het bedrijf te staan.
De kas groeit met 3.000 vierkante meter als in 1976 zoon Aad het bedrijf komt versterken.
Aad zet het bedrijf zelf voort.
Er wordt afscheid genomen van de broeierij. Aad gaat verder in de teelt van virusvrij uitgangsmateriaal van lelies en calla’s, buiten blijft de bollenteelt bestaan.
In de jaren negentig groeit het bedrijf verder, er komt meer glas bij en de buitenteelt omvat al 20 ha. Vooral de teelt van calla’s breidt flink uit. Die zal uiteindelijk alle voorjaarsgewassen overvleugelen.
Aad zet een nieuwbouwkas van 15.000 vierkante meter neer, bedoeld als vervanging van de oude glasopstanden en de huurlocaties.
Drie jaar later groeit de oppervlakte onder glas naar 22.000 vierkante meter en wordt er extra kasruimte gehuurd.
Als de kasteelten zich blijven uitbreiden, kiest het bedrijf ervoor om de callateelt buiten af te stoten. Aad Prins gaat verder met de opkweek voor derden en heeft inmiddels een grote naam opgebouwd in de virus- en ziektevrije opkweek van uitgangsmateriaal voor de bloembollenteelt.
Dochter Freddie komt binnen het bedrijf werken. Hiermee staat de derde generatie klaar om het familiebedrijf voort te zetten.
Nadat (over)grootvader Prins in 1936 al bloembollen teelde in Sint Annaparochie, strijken Aad en Freddie Prins wederom neer in Friesland. Wegens de toenemende vraag aan virusvrij uitgangsmateriaal is er een kas gekocht in Oosterbierum. Na een flinke verbouwing voldoet de kas aan alle eisen voor onze virusvrije teelten.